Zoals bekend is het Huis Oranje-Nassau met Koningin Wilhelmina (1880 – 1962) eigenlijk uitgestorven. Inmiddels is dit een halve eeuw geleden. Ook in Luxemburg bestaat het Huis Nassau niet meer in traditionele zin, sinds het recentere overlijden van Groothertogin Charlotte (1896 – 1985). Toch is de historisch zo betekenisvolle familie van Nassau niet helemaal verdwenen in mannelijke lijn (of ‘patrilineair’, letterlijk in ‘vaderlijke lijn’). Want de stam Nassau bloeit nog voort in de persoon van Clotilde van Nassau-Merenberg. Clotilde woont in Wiesbaden, waar zij in 1941 is geboren. Zij is psychiater. Eigenlijk gaat zij door het leven als Elisabeth Clotilde Gravin von Merenberg. Maar in de literatuur heet zij terecht ook von Nassau-Merenberg (of Nassau-Weilburg-Merenberg). Clotilde is in 1965 getrouwd met Enno von Rintelen, gynaecoloog. Zij hebben drie zonen -Alexander, Nicolaus en Gregor- en vier kleinkinderen.
Tussen de verschillende families van Nassau was er veel onderlinge verwantschap. Zeer belangrijk is in dit verband het huwelijk, dat in 1760 te Den Haag werd gesloten tussen Karel Christiaan van Nassau-Weilburg (1735 – 1788) en Carolina van Oranje-Nassau (1743 – 1787), directe voorouders van Clotilde. Dit echtpaar vestigde zich in Den Haag en liet er Hôtel Weilbourg bouwen, ofwel Paleis Korte Voorhout – de huidige Koninklijke Schouwburg. Een tijd lang was men bevreesd geweest voor het uitsterven van het Huis Oranje-Nassau(-Diez) en daarom was dit huwelijk tussen Carolina en Karel Christiaan gearrangeerd. Het erfstadhouderschap zou dan via Carolina aan de tak Nassau-Weilburg kunnen worden doorgegeven, zodat het binnen de Nassaus bleef. Maar achteraf bezien bleek deze voorzorg overbodig. Karel Christiaan vestigde zich later met vrouw en kinderen in zijn Nassause vorstendom.
Oranje-Nassau
Carolina, voornoemd, had namelijk een vijf jaar jongere broer, de latere stadhouder Willem V (1748 – 1806). Zijn gezondheid moge dan niet zo goed zijn geweest, dit heeft niet belet dat hij zijn vader gewoon is opgevolgd en tevens de Oranje-dynastie heeft voortgezet. Willem V was getrouwd met Wilhelmina van Pruisen (Willemijn; 1751 – 1820). Opmerkelijk is dat hun zoon Willem VI, beter bekend als Koning Willem I (1772 – 1843), eveneens een Wilhelmina van Pruisen (1774 – 1837) tot vrouw had. Zij was diens volle nicht en werd ook wel Mimi genoemd. Slechts enkele maanden na de inhuldiging van Willem I als Koning -een gebeurtenis die in 1815 te Brussel plaats had- trouwde hun oudste zoon, de latere Koning Willem II (1792 – 1849), in 1816 met Anna ‘Paulovna’ (1795 – 1865). Anna was een dochter van Tsaar Paul (vandaar ‘Paulovna’) van Rusland, uit het Huis Romanov. Zij bleef orthodox van geloof. Op het Huis Romanov zal hieronder nog uitvoeriger worden ingegaan.
Willem III (1817 – 1890), de volgende Koning, was twee keer getrouwd. (De genealogie van het Koninklijk Huis is overbekend, maar het gaat hier om de details). Uit het huwelijk met zijn volle nicht Sophia van Württemberg (1818 – 1877) kwamen drie zonen voort. De oudste was Willem, ofwel Wiwill. Hij had met Gravin Mathilde van Limburg-Stirum willen trouwen, dochter van Leopold en Julie Barre. Maar zijn ouders stonden een huwelijk buiten hun eigen stand niet toe. Zij wensten voor de Kroonprins een Prinses uit een regerend Huis. Wiwill overleed in 1879 als vrijgezel. Omdat Koning Willem III zijn drie zonen overleefde, is hij de laatste mannelijke Oranje-Nassau in rechte lijn. De dynastie stond op het punt uit te sterven. Nadat Willem III van zijn voornemen was afgebracht om te hertrouwen met een Parijse zangeres (over ongelijke verhoudingen gesproken), trad hij in 1879 met de jeugdige Emma van Waldeck-Pyrmont (1858 – 1934) in de echt. Emma was familie van Willem III, want haar moeder was Helena van Nassau(-Weilburg). En de ouders van Emma waren bovendien elkaars achterneef en -nicht door hun gemeenschappelijke overgrootouders Karel Christiaan van Nassau-Weilburg en Carolina van Oranje-Nassau (reeds vermeld). Aangezien Emma alleen een dochter had, Wilhelmina, stierf de Oranje-dynastie alsnog uit.
Nassau, Luxemburg, Merenberg
In de Napoleontische tijd werd -uitgaande van oude Nassause gebieden- het hertogdom Nassau gecreëerd, met Wiesbaden als hoofdstad (1806). De regerende dynastie was die van Nassau-Weilburg, later alleen van Nassau genaamd. Deze regering duurde overigens slechts tot 1866, toen het Hertogdom tijdens de Pruisisch-Oostenrijkse oorlog door Pruisen werd geannexeerd. De afgetreden Hertog Adolf van Nassau (1817 – 1905) zou in 1890 evenwel opnieuw tot de troon worden geroepen, namelijk die van Luxemburg. Sinds 1815 was het Huis Oranje-Nassau immers ook Groothertog van Luxemburg. Maar na het overlijden van Koning Willem III -tevens Groothertog- was er geen zoon om daar op te volgen. In Nederland kon Wilhelmina als laatste Oranje-Nassau gewoon Koningin worden. (Voor Koningin Juliana is de wet gewijzigd. Zij was in rechte lijn Hertogin van Meck-lenburg). Maar in Luxemburg wilde men een zelfstandige dynastie en huldigde men het standpunt, dat er de Salische ‘wet’ -of beter het principe- gold (mannelijke successie).
Groothertog Adolf had een halfbroer Prins Nicolaas van Nassau (1832 – 1905). Hij is het hoofd van de tak der Graven von Merenberg. In 1868 trouwde hij met Natalja Poesjkin. Zij was de dochter van de bekende dichter Alexander Poesjkin. Alhoewel Poesjkin een oud-adellijk Russisch geslacht is, was er sprake van standsverschil en gold het huwelijk als morganatisch. (Verder was Natalja eerder getrouwd en had zij reeds twee kinderen). Voor de kinderen uit het huwelijk met Prins Nicolaas werd bepaald, dat zij geen Prins of Prinses van Nassau mochten zijn, maar Graaf of Gravin von Merenberg. Hun zoon Georg von Merenberg (1871 – 1948) trouwde met Prinses Olga Jurievski (1873 – 1925), dochter van Tsaar Alexander II van Rusland en Prinses Catharina Dolgoroeki. Later zal het Huis Romanov uit Rusland nog nader worden belicht.
Hoogst belangwekkend is het dat Georg zich in 1907, weliswaar tevergeefs, heeft opgeworpen als pretendent voor de Luxemburgse troon. Want Groothertog Willem IV (1852 – 1912), die zijn vader Adolf was opgevolgd, had uit het (katholieke) huwelijk met Maria van Bragança (1861 – 1942) alleen zes dochters. Maar ineens werd er door Willem IV anders geredeneerd en was de Salische structuur voortaan niet meer van toepassing. Dit conflict staat bekend als de ‘Affaire Merenberg’. Ook in Nederland verviel bij de Grondwetswijziging van 1922 artikel 15, waarin bepaald werd dat nakomelingen van (de hierboven vaker genoemde) Prinses Carolina van Oranje, zuster van Prins Willem V en gemalin van de Prins van Nassau-Weilburg, tot de Kroon gerechtigd waren.
De zoon van Georg Graaf van Merenberg heette naar zijn vader eveneens Georg (1897 – 1965). Hij trouwde in Wiesbaden in 1940 met Elisabeth Müller-Uri. De familie Müller-Uri was vanouds eigenaar van glasovens en specialiseerde zich in producten op medisch gebied. De dochter uit dit huwelijk is Clotilde.
Rusland
Er zijn twee Russische dynastieën, die van de Rurikiden en dat van Romanov (Russische uitspraak: Románov). Laatstgenoemde werd kort na Tsaar Peter de Grote (1672 – 1725) opgevolgd door het Huis Romanov-Holstein-Gottorf, dat oorspronkelijk Duits is. De echtgenote van Koning Willem II, Grootvorstin Anna Paulovna, behoorde hier toe. Overigens was haar vader, Tsaar Paul (1754 – 1801), in werkelijkheid misschien geen zoon van Tsaar Peter III, maar van Graaf Sergej Saltykov (volgens de memoires van Catharina de Grote).
Anna Paulowna had als neef -zoon van haar broer- Tsaar Alexander II (1818 – 1881). Uit zijn tweede huwelijk met Catharina Dolgoroeki -ofwel Katja Dolgoroukov- stamde, zoals eerder is vermeld, Olga Jurievski. Hierbij is er wederom sprake van een ongelijk, morganatisch, huwelijk, want Katja kwam niet uit een regerend Huis. Wel waren de Prinsen Dolgoroeki uiterst invloedrijk, vooral sinds het bewind van Peter de Grote. (De naam betekent langhand of -arm, omdat de familie volgens een verklaring in veel zaken de hand had). Zij behoren tot de Rurikiden (of Ruriken). Deze dynastie gaat terug op Rurik (ca. 830 – ca. 879; legende?), grondlegger van Rusland.
De naam Jurievski (Yourievsky) verder is een verwijzing naar voorouder ‘Joeri’ Dolgoroeki (ca. 1095 – 1157), stichter van Moskou. In Nederland heet hij ook wel Joris I van Rusland. (Jurij, Joeri, Joris is in het Duits overigens: Georg). Genealogisch bezien zijn Clotilde von Merenberg en haar vader tevens Russisch door vooral hun afstamming van de Rurikiden en in mindere mate als nazaten van de Romanovs. Maar in het huidige Rusland vindt men Clotilde vooral boeiend, omdat Alexander Poesjkin haar voorouder is. (Alexander Poesjkin was niet alleen een literair multitalent, deze ‘dichtervorst’ is zelfs belangrijk voor de Russische taal. Daarom is het in zekere zin ironisch, dat juist door Natalja Poesjkin von Merenberg morganatisch werd).
Laatste der Nassaus
In 2012 is Clotilde met haar praktijk als psychiater gestopt. Zij heeft echter nog genoeg verplichtingen. Na de ineenstorting van de Sowjet Unie in 1989 heeft zij met een aantal anderen weer gedeeltelijk de vroegere contacten tussen Rusland en Wiesbaden (internationaal trefpunt vroeger; kuuroord) hersteld, door onder meer de oprichting van een Hessisch-Russische vereniging (Herus). Verder heeft zij zitting in het bestuur van het Poesjkin Genootschap. In Rusland is Clotilde voorzitter van de Alexanderziekenhuis Vereniging. Voor haar grote verdienste op humanitair gebied is zij in 2008 in het Moskouse Kremlin onderscheiden als commandeur in de Pirogov Orde.
De regerende families van Luxemburg en van Nederland dragen de titel Hertog van Nassau, respectievelijk die van Prins van Oranje-Nassau. Dit alles voor wat het waard is. Clotilde is immers de laatste von Merenberg, tevens de laatste Nassau-Weilburg en daarmee de laatste van de zogenaamde ‘Walramse tak’ (inclusief Nederlandse voorouders). Zij is de allerlaatste – in rechte lijn en wettig – van het volledige Huis Nassau; kortom de laatste van Nassau’s stam.
Titus von Bönninghausen
Oorspronkelijke publicatie: Clotilde van Nassau-Merenberg, in: Van Adel, Nieuwsbrief van de Nederlandse Adelsvereniging, 2012-I, p. 25-29.