Vreemd genoeg kunnen bastaardkinderen, koninklijk verwekt in vooral de 19e eeuw, niet in het Koninklijk Huisarchief hun afstamming bestuderen. Titus von Bönninghausen geeft alvast een voorlopige inventarisatie van het koninklijke buitenechtelijke kroost.
Onlangs is er een begin gemaakt met het project “Vier Vorstinnen”. Daarin wordt studie gedaan naar de levensloop van de vier koninginnen die met de Nederlandse koningen uit de 19e eeuw waren getrouwd. Het zal resulteren in vier biografieën over deze vrouwen die in het jaar 2025 zullen verschijnen. Dit project is als een voortzetting te beschouwen van de publicaties over de drie Willems uit 2013, de biografieën over koning Willem I, II en III. Het zou te wensen zijn dat het Koninklijk Huisarchief deze keer ook te raadplegen is voor de buitenechtelijke kinderen van de Nederlandse koningen.
Bij de levensbeschrijving van koning Willem I (1772-1843) kwam al naar voren dat hij in Duitsland een relatie had met Julie gravin von der Goltz. Van hun vier natuurlijke kinderen die de geslachtsnaam Von Dietz kregen, kan hier de jongste worden genoemd Wilhelmine (1812-1836). Zij heeft nogal veel afstammelingen tot wie ook de bekende Duitse auteur Friedrich Christian Delius behoorde (1943-2022; connectie via zijn moeder Maria von der Lühe).
Van Nassau La Lecq
Koning Willem I, alias von Dietz, had geheimzinnig gedaan over zijn relatie met Julie von der Goltz. Zoals voor hemzelf werd er ook voor Julie een andere, onopvallende, naam verzonnen bij de inschrijving van de geboortes van hun kinderen, namelijk Maria Dorothea Hoffmann. Het toont aan dat de opvatting over het krijgen van onwettige kinderen in de loop der tijd was veranderd. Op een gevoelige manier werd dit duidelijk toen Nederland in 1813 een monarchie werd inclusief een officieel erkende adelstand. Al snel werd Jan graaf van Nassau (1782-1824) daarin opgenomen. Hij kreeg zitting in de Ridderschap van de provincie Holland, wat destijds nog een als een politiek orgaan fungeerde. Tevens kreeg voornoemde Jan van Nassau bij soeverein besluit zijn titel van graaf bevestigd. Het gaat hier om een telg van een bastaardtak Van Nassau la Lecq (ofwel “van de Lek”). Die begint met een natuurlijke zoon van Maurits graaf van Nassau, prins van Oranje (1567-1625) en Margarethe van Mechelen. Dit ouderpaar leefde langdurig samen en had een aantal kinderen. Overigens behoorde de moeder van Margarethe ook alweer tot een bastaardtak Van Nassau. Voor prins Maurits gold dat hij niet wilde trouwen door zakelijke overwegingen. Hij was ambitieus en had een voordelig huwelijk willen sluiten. Alleen verkeerde Maurits in onzekerheid over wat hij feitelijk als zijn eigen bezit kon beschouwen en niet definitief door de Spaanse koning (Habsburg) geconfisqueerd was. Hij wist met andere woorden niet duidelijk wat hij bij een dynastiek huwelijk te bieden had.
Edelboortig
In het tijdvak waarin prins Maurits leefde stond men tolerant ten opzichte van bastaardkinderen. Bij hooggeplaatste heren hoorden die erbij. Het verschijnsel werd als viriel uitgelegd (duidelijk vanuit de vader bekeken). Het kind kreeg eenvoudig de achternaam van de vader, i.c. Van Nassau. En juridisch ging het tot de lage adel behoren, zelfs zonder de eis van een extra legitimatie nu de ouders met elkaar hadden kúnnen trouwen. Hugo de Groot zegt daarover: Edel-boortig zijn die gecomen zijn van een Vader wiens geslagt van outs voor Edel was bekent … wettelijk. ’t en waer het waren [Tenzij het gaat om] Speel-kinderen van Graven of Vry-heeren, dewelke mede voor Edel-luyden werden erkent. (Zie: Inleydinge tot de Hollandsche Regts-Geleertheyt; 1631, uitg. 1652, p. 43; online).
De tak van meergenoemde Jan van Nassau kreeg als bezit huis Beverweerd mee en erfde bovendien van een andere illegitieme broer de heerlijkheden de Lek en Odijk. In 1679 volgde de verlening van de hogere titel graaf (van Nassau) door de keizer van H.R. Duitse Rijk. Jan graaf van Nassau die in 1814 tot de adel van het koninkrijk ging behoren, bleek de laatste van de tak La Lecq te zijn. Met hem stierf die uit wat dus kan gebeuren, zelfs als de naam Van Nassau luidt. Men is geneigd om dit te vergeten, aangezien het koninklijk huis tegenwoordig voortleeft door het kunstmatig in stand te houden. Eigenlijk een vorm van bedrog dus. Het Huis van Oranje-Nassau is namelijk in 1890 uitgestorven met koning Willem III als laatste man en anders toch zeker met diens dochter Wilhelmina.
Lange 19e eeuw
Zoals bleek was de maatschappij in de 19e eeuw op het gebied van onwettige kinderen preutser geworden dan de eeuwen ervoor. Toch hadden vorsten ook in die eeuw geregeld meer onechte kinderen dan wettige, hetgeen met de nodige hypocrisie gepaard ging. Zoals bekend had het te maken met de verstandshuwelijken waarbij er volgens de heersende mening op vorstelijk niveau, althans op stand, getrouwd diende te worden. Tevens mochten de gezinnen volgens de gehuwden niet te groot worden vanwege versnippering van het bezit door erfdeling. Andersom diende het Huis wel te blijven voortbestaan. Volgens de zonen van koning Willem III stierf het Huis van Oranje uit met deze ouderwetse opvattingen. De oudere generatie vond dat traditie en koninklijk bijna synonieme begrippen waren. Maar naam en de erbij behorende adellijke titel bijvoorbeeld vererven dan alleen via mannelijke lijn. (In de Middeleeuwen leefde er de opvatting dat iemand vooral van de vader afstamde en minder van de moeder). Voor de adel in Nederland is deze afkomst “in rechte lijn” nog steeds de praktijk. Daarentegen bij het koninklijk huis allang niet meer. Bovendien zijn de Oranjes helemaal verburgerlijkt en daarmee genivelleerd. Het koninklijke is ervan af.
Lont
Voor Amalia prinses van Oranje (*2003) geldt dat zij op een of andere manier -die wel aantoonbaar is- van de laatste werkelijke Oranjevorst afstamt, van koning Willem III (1817-1890). Deze koning schijnt tevens een schare aan onwettige kinderen te hebben gehad. Reeds sinds 1851 leefden hij en zijn echtgenote Sophia van Württemberg gescheiden. Willem III kende weinig schaamtegevoel en hij had veel buitenechtelijke relaties, waaruit ook de nodige kinderen werden geboren. Het zou voor de nakomelingen waardevol zijn als dit vaderschap definitief kwam vast te staan. Voor hen heeft het “Wilhelmus van Nassouwe ben ik van Duitsen bloed” een extra betekenis, iedere keer weer als deze hymne wordt gespeeld. (Sinds 1932 het Nederlandse volkslied. Dat is inmiddels negentig jaar).
De aanwijzingen voor een vaderschap bij koning Willem II lijken momenteel duidelijker te zijn dan bij Willem III (of dan bij prins Alexander, 1818-1848, broer van de laatste). In het onderstaande volgen de namen van slechts enkele van hun vermeende kinderen met de belangrijkste suggestie of overlevering als toelichting. Een aantal van deze beweerde “Nassau bastaardtakken” uit de 19e eeuw leeft nog in mannelijke lijn voort. Vanwege het thema kan er daarnaast worden gewezen op een lopend onderzoek naar kroonprins Wilhelm van Pruisen (1882-1951), zoon van keizer Wilhelm II. Hij verbleef na de Eerste Wereldoorlog vijf jaar als balling op Wieringen in Noord-Holland en was toen verstoken van vrouw en kinderen. De prins hield het zonder vrouwelijk gezelschap niet uit en had de nodige relaties met enkele kinderen als gevolg. Van sommigen is het zo goed als zeker dat Wilhelm de biologische vader was, zoals van Piet Lont (+ 1997). Hij was kok bij de koopvaardij. Op grond van DNA-gegevens wil men nu bij enkele Wieringers en aanhang de bloedverwantschap met Von Hohenzollern gaan bewijzen.
Willem II (1792-1849, koning sinds 1840), kinderen onder wie:
Hendrik van Vessem (1814-1891) aanvankelijk ritmeester, was katholiek maar werd desondanks ordonnansofficier van koning Willem II, vervolgens intendant van het Paleis te Amsterdam, Paleis Noordeinde en Paleis Huis ten Bosch. Werd geadeld in 1886. Diens zoon jhr. dr. Joseph van Vessem (1864-1922), priester, was leraar klassieke talen bij het RK gymnasium te Katwijk, internaat. Dochter jkvr. Marie Anne trouwde Léon baron van der Elst, Belgisch diplomaat. Overlevering dat Willem II de vader van Hendrik was, zowel bij de familie als het internaat.
Dr. Willem Jonckbloet (1817-1885) literair-historicus. Publiek geheim dat Willem II zijn vader was. Jonckbloet was gehuwd, maar bleef kinderloos. Bewoonde in Deventer een statig huis.
Lodewijk Stern (1818-1902). Zijn moeder was jkvr. Cornelia de Jong van Beek en Donk. De sociale vader werd om onduidelijke reden in 1841 geadeld. De Zeeuwse tak Van Oostenwijk Stern was maatschappelijk gezien belangrijker, werd echter niet geadeld. Overlevering dat Willem II de vader was.
Willem Frederik van Dijck (1825-1879) koetsier-majoor van halfbroer koning Willem III, woonde te Den Haag boven de Koninklijke Stallen, gaf aan prins Alexander (1851-1884) paardrijles. Zoon Willem Joh. Dom. van Dijck (1850-1909) was particulier secretaris van prins Alexander en auteur. (Zie op internet Van Dijck bij Wikipedia en Wikisaga)
Amadeo Trossarello (1829-1903). Was particulier ondersecretaris van Willem III, daarin opgevolgd door zoon Frédéric Trossarello (1858-1932), werd later tevens secretaris bij de thesaurie van koningin Wilhelmina. De sociale vader van Amadeo heette Victor Trosserello (1794-1882). Hij was huismeester van Paleis Kneuterdijk en thesaurier van koning Willem II.
Willem van Gurp (1818-1887) zou als ouders hebben Keetje van Raamsdonk, herbergierster uit Oosterhout, en Willem II. Dit verhaal kan snel de wereld in zijn gebracht. Keetje was een bekende schoonheid. Zij wordt ook Keetje van der Made genoemd. Uitvoerige informatie online bij geneanet.
Willem en Marianne der Nederlanden (1818-1902) en (1820-1900). Over hun afkomst is veel gespeculeerd, mede door hun opvallende achternaam. Willem II zou de vader zijn. Hun moeder zal Marianna zijn geweest, natuurlijke dochter van Peter Willem de Liedel, heer van Well (bij Venlo). Laatstgenoemde leefde van 1774-1852. Hij werd op veertienjarige leeftijd reeds wees. Waarschijnlijk was het niet meer bekend dat zijn vader Wilhelm Liedel (+ 1777) door de keizer was geadeld in 1764 met de titel ridder. Extra opmerkelijk wordt dan de verlening van de Nederlandse titel baron bij eerstgeboorte in 1822 voor de reeds genoemde Pierre Guillaume Liedel de Well. Helemaal uitzonderlijk was de gunst door koning Willem II in 1848 dat zoon Willem Lodewijk de Liedel tot baron werd gecreëerd nog tijdens het leven van zijn vader. (Bij de thans bestaande 37 primogenituurtitels gebeurde dit vergelijkbaar alleen voor graaf De Norman d’Audenhove in 1827. Het ging toen om een zoon van kamerheer De Norman). De vraag dringt zich op of de Oranjes iets goed te maken hadden met beide titelverleningen van baron voor De Liedel.
Willem III (1817-1890, koning sinds 1849), had volgens de geruchten talloze kinderen onder wie:
Paul Hoynck van Papendrecht (1857-1920) zoon van Pauline Hoynck van Papendrecht, hofdame op Paleis het Loo bij koningin Sophia. Publiek geheim dat Willem III de vader was. Paul Hoynck was als reserve-kapitein infanterie vooral een militair (foto uit 1918). Maar hij werkte in zijn tijd te Den Bosch ook als boekhouder. De bewering dat de wettige familie van Paul’s moeder de naam als Hoynck schrijft en de tak van Paul daarentegen als Hoijnck (met “y” versus “ij”) klopt niet.
Willem baron Snouckaert van Schauburg (1869-1954). Hij heette tot zijn 24e jaar Van der Endt. In 1894 trouwde zijn moeder Neeltje van der Endt met Willem Frederik baron Snouckaert van Schauburg, 1e luitenant dragonders, president sociëteit de Witte in Den Haag. Volgens overlevering is Willem III de natuurlijke vader van Willem van der Endt, nadien Snouckaert geheten. Maar deze bewering wordt ook ontkend. Willem was reserve-kapitein infanterie (foto 1918), commies Hof van Arbitrage (foto ca. 1938).
Jan Sijbes (1843-1911) zoon van Maatje Sijbes uit Bath (bij Rilland, Z.) dienstmeid. Willem III en diens broers gingen destijds naar Fort Bath om er te zwemmen. Volgens overlevering was de latere koning Willem III de vader van Jan, maar het kon ook om diens broer prins Alexander gaan.
Hendrik Drese (1850-1896) aanvankelijk Van der Aa. Zijn moeder Anna Maria van der Aa kreeg met enkele hooggeplaatste personen te maken, waaronder minister Jan Baptist van Son (1804-1875). Hij zou een aantal keren zaken voor de Oranjes hebben opgelost die over onwettige kinderen gingen. Opmerkelijk was de gang van zaken waarop de (maatschappelijke) vader Johannes Drese zijn baan bij de koninklijke marechaussee verruilde voor veldwachter te Heeze. Om dit te bereiken werd er van hogerhand veel pressie uitgeoefend op de burgemeester aldaar. Auteur Anneke Drese beweert in haar boek niet dat Willem III haar voorouder is, maar om het uit te sluiten kan evenmin.
Oorspronkelijke publicatie: De ándere Oranje-appels: Van Nassaus nogal vaak natuurlijke vaders, in: De Republikein, 18 (3/2022) 18-23.
Literatuur
A. Aarden: De hofdame (2017). Gaat over Hoynck.
J. Dehé en P. von Wolzogen Kühr: Wilhelm, een omstreden eilandgast (2019)
M. Djajadiningrat: Een freule van dertien (2011). Gaat over Der Nederlanden.
A. Drese: Een vreemde Brabantse geschiedenis (2021)
C. de Vries: Overgrootvader koning Willem III (1951) Betreft politiek en niet de familie.
Nederland’s Adelsboek, 87 (1998) de Liedel; 89 (2001) Nassau la Lecq; 93 (2008) Snouckaert; 94 (2009) Stern; 96 (2012) van Vessem
H. Dieben (uitg.): RK Wie is dat? Biografisch lexicon van roomsch-katholieke tijdgenoten (1925; online)