Met kunst- en vliegwerk behoudt het Huis van Oranje-Nassau de suggestie van een lange eerbiedwaardige stamboom. De familie Zorreguieta heeft daar ook een handje van. Daardoor zit kroonprinses Amalia nu opgescheept met titels en heraldiek die niets met de historische realiteit van doen hebben.

Tekst Titus von Bönninghausen

Het Paleis Huis ten Bosch dat door het koninklijke gezin wordt bewoond, is mede bekend door de imposante Oranjezaal die ertoe behoort. Deze zaal is voorzien van schilderijen die aan prins Frederik Hendrik van Oranje, graaf van Nassau (1584-1647) herinne­ren. Tevens zijn diens 32 heraldische kwartieren in de zaal aangebracht. Het gaat om wapens van zijn 32 voorbet­overgrootouders die ieder voor zich van adel waren door geboorte. Met de wapens van zijn echtgenote Amalia van Solms (1602-1675) is hetzelfde gedaan, ook deze zijn in de Oranjezaal afgebeeld. De vele wapens brengen tot uitdrukking dat zowel prins Frederik Hendrik als prinses Amalia door louter adellijke voorouders ‘volboortig’ van adel waren en niet slechts via de vader.

Aan dit hoge vereiste van adeldom wordt in de huidige samenleving echter niet meer voldaan, ook niet door koning Willem-Alexander. Hij behoort eigen­lijk tot de stam Van Amsberg en die familie is pas tegen het einde van de 19e eeuw geadeld. Het geslacht Van Oranje-Nassau is reeds lang uitgestorven. Maar de naam wordt door het produceren van steeds weer nieuwe koninklijke beslui­ten kunstmatig in stand gehouden.

Namaak

In wezen is ons koninklijk huis namaak en de koninklijke familie weet dit maar al te goed. Dus wordt geïmpro­viseerd. Sinds de renovatie van Paleis Huis ten Bosch in 2019 kent dit monu­ment nu ook een zogeheten DNA-salon, voorheen de Groene Salon geheten. Gegevens uit het DNA-profiel van koning Willem-Alexander en van koningin Máxima zijn door een patroon van maar liefst 60.000 steentjes op de wanden van deze kamer aangebracht. Voor de koning gaat het om DNA dat via de vader wordt doorgegeven, waarbij dus de lijn Van Amsberg is gevolgd. Bij zijn echtgenote wordt haar mitochon­driale DNA weergegeven, dat via de moeder vererft.

De Rijksgebouwendienst heeft de DNA-salon verwezenlijkt en is er maar wat fier op. Het gaat bij de DNA-codes aan de muur om een moderne variant op het portretschilderij. Toch blijft het curieus en weinig ‘vorstelijk’ dat medische gegevens die een geneticus zonder probleem kan lezen, zo open en bloot op de wanden prijken. Het is alsof het medisch dossier van de betrokkenen zo op straat ligt.

Verder betreft het een moderne opvatting om afstamming op DNA te baseren, waarbij man en vrouw boven­dien gelijkwaardig zijn. Dit strookt niet met de traditionele visie op afstam­ming, waarbij de mannelijke lijn preva­leert. Als het koninklijke paar dan toch zo modern is ingesteld, zou het onder­hand ook wel eigentijdse namen en titels kunnen gaan voeren. Nu wordt daar een loopje mee genomen. Zo zou het veel eerlijker zijn om te spreken over het Huis van Amsberg in plaats van dat van Nassau. Ook aan die zo breed geëtaleerde bijzondere afstam­ming van de familie Zorreguieta, met haar veronderstelde wortels in Spaans Baskenland, valt het een en ander af te dingen, blijkt uit een nadere verkenning van haar stamboom.

Illustere afkomst

In haar recent verschenen biografie Máxima Zorreguieta, Moederland geeft Marcia Luyten zich veel moeite haar hoofdpersonage van een illustere afkomst te voorzien. Aan het begin van het boek is een schema opgenomen met getekende portretjes van Máxima en haar familieleden: de broers (Martín, Juan), zus (Inés), haar ouders en de generaties ervoor. Dit moet een beeld geven van Máxima’s achtergrond. Over haar in 1999 overleden grootmoeder (de moeder van Jorge Zorreguieta, 1928- 2017) wordt in de biografie slechts mee­ gedeeld dat haar roepnaam ‘Checki’ was. Zij heette van zichzelf Cesira Stefanini. Kennelijk is er over de familie Stefanini weinig bekend. Checki was getrouwd met Juantón Zorreguiata (1897-1957), wiens ouders weer in 1895 hadden moeten trouwen, omdat hun eerste kind werd verwacht. In 1896 volgde het tweede.

Nog in het jaar erna dat de jongste ter wereld kwam, Juantón dus, gingen de ouders uit elkaar. Juantóns moeder, Máxima geheten, stond er alleen voor. Vader Amadeo Zorreguieta (1869 – ca. 1950) vertrok naar de verafgelegen stad Mendoza en liet niets meer van zich horen. Rond 1900 kreeg deze Máxima (1874-1965) nog een vluchtige relatie, waaruit Irma Lebrero (1901-1997) werd geboren. Volgens informatie op internet was Ricardo Lebrero de vader. Alhoewel Ricardo en Máxima niet met elkaar waren getrouwd en niet eens hadden samengewoond, kon een vader in Argentinië opmerkelijk genoeg toch diens achternaam op zijn onwettige, maar wel erkende, dochter laten overgaan.

Volgens de auteur stamt koningin Máxima uit een oorspronkelijk Baskisch geslacht. Daarbij ziet Luyten echter over het hoofd dat de stamreeks Zorreguieta feitelijk begint met Amadeo’s vader Mariano Zorreguieta, geboren te Salta (Argentinië) in 1830 en overleden in 1893. Hij was namelijk een onwettig kind. Mariano werd vernoemd naar zijn biologische moeder María Zorreguieta. Mariano’s vader is onbekend, men verneemt althans niets over hem. Bij Máxima gaat het dus om een van oor­sprong Argentijns geslacht dat in het jaar 1830 begint en helemaal niet Baskisch is.

Voor de familie zelf is dit natuurlijk geen geheim. Zolang geleden is het allemaal niet. Mariano is de overgrootvader van Jorge, de vader van Máxima. Ook Máxima werd naar Argentijnse maatstaven in 1971 niet binnen een huwelijk geboren. Dit had als achtergrond dat het destijds aan katholieken niet werd toe­gestaan om te hertrouwen. En vader Jorge was een gescheiden man. Daarom hertrouwde hij in Paraguay, waar de burgerlijke stand niet door strenge katholieke regels werd beheerst. Deze noodoplossing zal op het gezin hebben doorgewerkt.

Koningin Máxima is in 2002 geadeld. Voor die gelegenheid werd een heraldisch wapen ontworpen dat wapenfiguren bevat die aan Spanje herinneren, bijvoorbeeld de toren uit het stadswapen van het Baskische Tolosa. Maar eigenlijk had men eerlijksheidshalve voor een typisch Argentijns symbool moeten kiezen.

Máxima’s moeder heet van zichzelf voluit María del Carmen Cerruti. Daarbij is Cerruti de achternaam en María del Carmen een lange voornaam naar een katholieke heilige. Haar roepnaam werd echter Pame, wat gemakkelij­ker is. De drie zusters van Pame hebben daarnaast ook alle ‘María’ als eerste doopnaam. Dit is moeilijk uit elkaar te houden. Maar voor de biografe is Pame kennelijk te eenvoudig en wordt zij gekunsteld als ‘María Pame’ opge­voerd. Zo wordt de familie nog een beetje ver­der opgepimpt. Het moet bij een koningin toch ergens naar lijken, zal de gedachte zijn geweest.

Folklore

Dochter Amalia bereikt in december haar achttiende levensjaar. Door een verandering in de Grondwet wordt zij dan ‘de Prinses van Oranje’. Het gaat om een ceremoniële titel voor de vermoedelijke troonopvolgster die verder niets voorstelt. De titel is een verwij­zing naar het verleden, toen een Prins van Oranje ook militair gevormd was. Het beste neemt Amalia de nieuwe waardigheid met een korrel zout. Door een koninklijk besluit werd Amalia bij geboorte de rol van ‘prinses der Nederlanden, prinses van Oranje-Nassau’ opgedrongen. Het is haar officiële aanduiding. Haar ouders zijn in werkelijkheid het echtpaar Van Amsberg – Zorreguieta, waardoor zij zelf eigenlijk Van Amsberg is.

Nederland heeft in wezen een operette­monarchie. Met een historische traditie heeft het niets meer te maken. Het koninklijk huis is verburgerlijkt. Maar de media blazen alles op, alsof het om de hoogste en meest illustere adel zou gaan. Het komt neer op een vorm van bedrog die ook wel het ‘disneyseren’ van de monarchie wordt genoemd. Amalia zal haar nieuwe positie hopelijk weten te relativeren, allicht wetende dat het bij de monarchie om fake en folklore gaat.

Oorspronkelijke publicatie: De neptitels van Amalia, in: Republikein 17 (4/ 2021) 34-36.

De neptitels van Amalia