Dit jaar wordt herdacht dat Karel de Grote twaalf eeuwen geleden te Aken overleed. In 777 had hij een palts bij Nijmegen laten bouwen, waar hij een aantal keren verbleef. Maar toen hij ouder werd, woonde keizer Karel permanent op zijn palts in Aken. Ook zijn zoon Lodewijk verbleef daar bij voorkeur. Onder keizer Karel kreeg het rijk van de Franken zijn grootste omvang. Zowel het middeleeuwse Duitse keizerrijk als Frankrijk zouden eruit voort komen. De Karolingen hebben wezenlijk bijgedragen aan de vorming van een christelijke West-Europese cultuur. Het Latijn werd de algemene taal in de wetenschappelijke en culturele wereld. Ook niet onbelangrijk was de invoering in alle delen van het rijk van eenzelfde lettertype, de Karolingische minuskel, die de basis werd van ons huidige schrift. Verder kwam er meer aandacht voor onderwijs.
In het jaar 800 was Karel door paus Leo III te Rome tot keizer gekroond. Na de val van het West-Romeinse rijk in 476 leefde daarmee het keizerschap weer op in het Westen. De vader van Karel, Pepijn de Korte, was als beschermer van het geloof eerder al – in 754 te Saint Denis – door de paus tot koning der Franken gekroond en gezalfd. Rome was toen bedreigd geweest door de Longobarden. (Genoemd naar hun krijgsbijlen met scherpe, ‘lange baarden’; bladen). En Pepijn’s vader, Karel Martel, had een halt toegeroepen aan de strooptochten van de Moren in Frankrijk. (Martel betekent ´strijdhamer´). Naar hem is de dynastie Karolingen gaan heten. Karel Martel maakte het de missionaris Willibrord mogelijk, om diens zendingswerk in onze streken te hervatten. Willibrord had voor de kerstening van de Friezen, zoals de bewoners hier werden aangeduid, al eerder van Martel´s vader een oud Romeins fort gekregen, waar nu de stad Utrecht is.
Bij Martel wordt dikwijls opgemerkt, dat hij onwettig was geboren. Maar dit is overdreven. Er waren destijds namelijk meerdere soorten verbintenissen of huwelijken, die geaccepteerd werden. Daarentegen kan wel worden beweerd, dat de naam Karel, wat ´kerel´ betekent, niet aristocratisch klonk. Het verhaal wil, dat op een bedekte manier aan de vader, Pepijn van Herstal, de geboorte van zijn zoon werd meegedeeld, met de bedoeling niet de woede van diens eerste echtgenote, Plectrudis, op te wekken. Pepijn begreep het direct, toen hem werd verteld dat de ‘kerel´ was geboren.
Karel Martel (circa 689 – 741) was hofmeier, ‘maior domus’, en had als zodanig de feitelijke macht in het rijk. Want de opeenvolgende koningskinderen lieten vroeg het leven. Zij behoorden tot de dynastie der Merovingen. De bekendste koning daaruit was Clovis (Chlodovech, waarvan de naam Lodewijk is afgeleid). Hij had Gallië veroverd. Clovis leefde van circa 466 tot 511. Volgens een sage stamde diens grootvader Merovech (+ 458) van een zeemonster af, die de koningin had overweldigd.
Karel de Grote gaf zijn kinderen gedeeltelijk Merovingische namen, zoals Lodewijk en Lotharius, om op die manier een continuïteit te suggereren tussen de Merovingen en zijn Huis. Dit in een tijd dat er nog geen achternamen waren. In de tiende eeuw stierven de Karolingen uit. Het keizerschap was bij hen erfelijk geweest. De laatste erfelijke Karolingische keizer – maar zonder reële macht – was Arnulf van Karinthië (+ 899). Na hem zouden de koningen van het Rooms Duitse rijk (waartoe ´Nederland´ behoorde, formeel tot 1648) worden verkozen. De kroning was gedurende de hele Middeleeuwen meestal in Aken. En als de Rooms-koning bovendien keizer werd, wat echter niet altijd het geval was, vond de kroningsplechtigheid in Rome plaats (tot 1508).
Voorouder
Er wordt wel beweerd, dat alle (autochtone) Nederlanders van Karel de Grote afstammen. Deze stelling is niet te gewaagd, bij een getalsmatige benadering van dit onderwerp. Wel moet eerst worden benadrukt, dat het om een moderne zienswijze gaat. In mannelijke lijn en wettig hielden de Karolingen in het jaar 987 op te bestaan. En kennis over erfelijkheid, helemaal als het over dna gaat, is recent. Maar als men zich realiseert dat voor ieder het aantal voorouders verdubbelt per generatie, komt dit in twaalf eeuwen tijd zelfs neer, op veel meer voorouders (getalsmatig) dan er hier feitelijk aan mensen woonden. Er zijn dus personen uit het verleden, die herhaaldelijk iemands ‘voorouder’ zijn. Naast krijgsheer en alleenheerser was keizer Karel een family man en levensgenieter. Van hem zijn achttien kinderen bekend, wettig en onwettig. Die bereikten niet allemaal de volwassen leeftijd en een aantal ging het klooster in. Toch kunnen ‘alle’ Nederlanders Carolus Magnus veilig tot hun voorouders rekenen.
Het Familiemuseum in Zuid-Limburg heeft onlangs een speciale zaal over Karel de Grote geopend, die als permanente expositie zal blijven. Daarin zijn aan de wand veel familierelaties overzichtelijk uitgebeeld. Op een computer ter plaatse is de eigen verwantschap met de ‘Vader van Europa’ op te vragen. Dit programma wordt nog verder aangevuld.
Titus von Bönninghausen
Oorspronkelijke publicatie: ‘Karel de Grote en de Karolingen’, in: Van Adel, Nieuwsbrief van de Nederlandse Adelsvereniging, 2014-II p. 18-20.